100% Groen Geteeld: een ambitieus project bij Botany

Hoe de glastuinbouw stap voor stap naar chemievrij telen beweegt

De tuinbouwsector werkt hard aan verduurzaming. Een van de meest ambitieuze initiatieven is het “100% Groen Geteeld” project, waarin telers en onderzoekers nauw met elkaar samenwerken. Doel van dit driejarige initiatief is het streven naar de volledige eliminatie van chemische middelen bij de teelt van vruchtgroenten. Het project, gecoördineerd door de Federatie Vruchtgroente Organisaties, is een doorbraak voor zowel de regionale samenwerking als de chemievrije glasteelt. ZON is een van de vijf koplopers van de Federatie Vruchtgroente Organisaties en is nauw betrokken bij de proeven bij Botany. Na een succesvol eerste seizoen blikken Maarten, directeur van Botany en John Willems, directeur van ZON, terug op de geleerde lessen en gedeelde successen.

Regionale samenwerking met landelijke impact


“Het unieke aan deze proef is de intensieve betrokkenheid van onze telers,” vertelt John Willems. Bijzonder is dat in de begeleidingscommissie niet alleen telers van ZON vertegenwoordigd zijn, maar ook leden van andere afzetverenigingen uit de regio. “Een bewuste keuze om samenwerking in de regio te stimuleren. We wilden dit sowieso lokaal opzetten om de afstand tussen onderzoek en praktijk te verkleinen,” aldus Willems.

Door het project te verankeren bij Botany in Limburg kunnen telers regelmatig de proeflocatie bezoeken en de resultaten direct toepassen op hun eigen bedrijven. Voor de betrokken telers betekent deze opzet dat zij elke twee weken bij elkaar komen om ervaringen te delen en de voortgang te bespreken, een opzet die als verrassend succesvol wordt ervaren. “Wij kunnen in onze proefopstellingen experimenteren met groene gewasbeschermingsmiddelen en biologische bestrijders, zoals lieveheersbeestjes,” zegt Vliex. “Het voordeel voor telers is dat zij de impact van deze innovaties eerst in een proefkas kunnen zien voordat ze het zelf op grote schaal toepassen.”

“Het voordeel voor telers is dat zij de impact van deze innovaties eerst in een proefkas kunnen zien voordat ze het zelf op grote schaal toepassen”

John benadrukt dat de proefkassen van Botany essentieel zijn in deze fase: “Onze telers moeten chemievrije oplossingen zien en ervaren. Wanneer ze zien dat biologische middelen effectief zijn, zijn ze sneller bereid deze in hun eigen kassen in te zetten. Zo helpen we hen om de overstap naar een duurzame teelt zonder chemie te maken.”

De start van het experiment


Het project loopt nu een jaar en de resultaten zijn hoopvol. Maarten vertelt: “De eerste resultaten geven ons veel vertrouwen. De telers in de begeleidingscommissie waren heel betrokken en werken nauw met ons samen om oplossingen te testen.” John voegt toe: “Wij wilden vanaf het begin een sterk regionaal netwerk van telers creëren die het project actief zouden begeleiden. Het voordeel is dat we hierdoor snel leren en deze kennis weer kunnen terugkoppelen aan de sector en overheid. ZON heeft een coördinerende rol in dit proces, waarin telers niet alleen van ons leren, maar ook van elkaar.”

Een gedeeld doel binnen een breder netwerk


Het project is onderdeel van een groter geheel aan proeven, gecoördineerd door de Federatie Vruchtgroente Organisaties (FVO), waarbinnen verschillende glastuinbouwcoöperaties en toeleveranciers hun eigen onderzoeksplannen uitvoeren en deze kennis delen. “Binnen FVO wisselen we voortdurend informatie uit over wat goed werkt en waar nog knelpunten zitten. Dit creëert een sterker netwerk en we gebruiken als FVO ook de kennis vanuit alle proeven om samen op te trekken richting de overheid, met een goed onderbouwd verhaal,” legt Willems uit. “Zo willen we bij de overheid ons idee van de plantendokter overbrengen en gericht versnelling vragen voor een aantal groene middelen, die een oplossing kunnen bieden bij plagen die het moeilijkst zijn op te lossen zonder chemie. Ten slotte willen we de belangrijke maatschappelijke bijdrage van duurzame groenten in Nederland op de politieke agenda krijgen.”

“Binnen FVO wisselen we steeds informatie uit over wat werkt en waar knelpunten zitten. Dit creëert een sterker netwerk en een gezamenlijk verhaal richting de overheid”


Innovatieve oplossingen in de kas


De stappen richting chemievrije teelt zijn soms uitdagend, maar de eerste inzichten zijn veelbelovend. “Wat we geleerd hebben, is dat biologische middelen en nuttige insecten soms verrassend goede oplossingen bieden. Veel telers stonden hier sceptisch tegenover, maar zien nu in dat je best ver kunt komen zonder chemie,” vertelt Vliex.

Tijdens de bijeenkomsten observeren de telers niet alleen het effect van biologische middelen, maar ontwikkelen ze ook een open houding voor experimenten. "Telers ervaren dat ze kleine plagen biologisch kunnen beheersen en dat de plant vaak weerbaarder blijkt dan verwacht," zegt Willems. "De motivatie onder de telers is hoog; het zijn bevlogen ondernemers die vooruit willen en die kennis graag willen delen."

“We willen samen met onze telers stappen zetten om een toekomstbestendige teelt te realiseren”, aldus John. “Daarbij vragen we ook om aandacht vanuit de overheid: om zonder chemie rendabel te blijven, is soms een steunpunt nodig, bijvoorbeeld via versneld toegestane groene middelen. Dit komt niet alleen de telers ten goede, maar is ook cruciaal voor een gezonde, duurzame keten in de voedselproductie.”

Plantendokter en maatschappelijke waarde


In de toekomst hopen ZON en Botany toe te werken naar het “Plantendokter”-concept, waarbij een specialist slechts in uitzonderlijke gevallen een chemisch middel mag voorschrijven. Vliex licht toe: “We willen het gebruik van chemie drastisch terugbrengen, maar in de gevallen waar biologische oplossingen tekortschieten, moet er een ‘escape’ zijn, zonder grote economische schade. “Het idee is dat een specialist de duurzaamste optie kiest, waardoor chemische ingrepen zeldzaam zijn, verantwoord worden toegepast en uitsluitend als laatste redmiddel worden gebruikt.”

“We willen het gebruik van chemie drastisch terugbrengen, maar als biologische oplossingen tekortschieten, moet er een ‘escape’ zijn, zonder grote economische schade”

Daarnaast is het project verbonden met onderzoek naar de bredere maatschappelijke kosten en baten van duurzame teeltmethoden. Maarten Vliex vertelt: “Door nauwkeurig te onderzoeken wat bijvoorbeeld biologische bestrijding en een lagere CO₂-uitstoot betekenen voor de maatschappij, krijgen we een beter beeld van de maatschappelijke waarde van chemievrije teelt.” Zo hopen Botany en ZON ook in gesprek te gaan met retailpartners en de overheid om het economisch haalbaar te maken, want de kosten voor biologische gewasbescherming en insecten kunnen hoger uitvallen dan de conventionele methoden.

Op naar een duurzame toekomst


Met een mix van bevlogenheid en praktische oplossingen staan ZON en Botany voorop in de zoektocht naar een toekomst zonder chemie. “Het project heeft ons veel geleerd, en we zijn inmiddels verder dan ik een jaar geleden had durven hopen,” sluit Willems af. Voor de komende jaren ziet hij dat de sector en de overheid samen de weg kunnen vrijmaken naar duurzame kasgroenten in de supermarkt. Maarten Vliex concludeert: “De tuinbouwsector is een van de meest innovatieve sectoren, en deze proef toont aan dat we met de juiste samenwerking en een open houding veel verder kunnen komen dan ooit gedacht. Op naar een toekomst waarin we een gezonde balans vinden tussen mens, milieu en rendement.”